Het verhaal is al vaak verteld. We gaan terug naar de 80 jarige oorlog. Bij het eerste beleg door de Spanjaarden, onder bevel van Valdez, wat duurden van oktober 1573 tot maart 1974, was er al veel kommer en kwel. Toch trokken toen de Spanjaarden weg om het leger van Lodewijk van Nassau op de Mokerhei te helpen bestrijden. De Leidenaars konden maar kort van hun vrijheid genieten want op 26 mei verschenen de Spanjaarden -5.000 man sterk- opnieuw voor het tweede beleg, dat uiteindelijk tot 3 oktober zou duren. Het stadsbestuur had helaas verzuimd om in de tussentijd de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om naar behoren op beleg en verdediging te zijn voorbereid. De omstandig heden waren daardoor veel slechter dan die, waaronder het eerste beleg begon. Men had onvoldoende voedsel binnen de stadsmuren, was slecht bewapend en men had zelfs verzuimd de schansen van het eerste beleg te slopen. Valdez heeft daardoor geen moeite de stad snel hermetisch af te sluiten.
Er werden postduiven naar de Prins van Oranje in Delft gestuurd. Door met deze duiven berichten naar Leiden te sturen over een komend ontzet van de stad slaagt hij er in de Leidse bevolking moed in te spreken. De honger sloeg toe en ook de pest. Duizenden inwoners stierven. Valdez probeerde met zoete beloften de belegerden tot overgave te dwingen en dit bracht vele wanhopigen aan het twijfelen. Maar de trouwe stadssecretaris Jan van Hout en de aanvoerder der troepen Jan van der Does, wilden niets van een overgave weten.
Het verhaal gaat, dat burgemeester Van der Werf zijn eigen lichaam als voedsel aan de hongerige bevolking aanbood; een dramatisch moment, dat op menig schilderij is vereeuwigd. Maar men hield stand. Het stadsbestuur zond de belegeraar in antwoord op zijn belofte dat hij de bevolking bij overgave zou sparen, een briefje met (in het latijn) de spreuk: “De vooglaar, op bedriegen uit, den vogel lokt met zoete fluit”. De redding moest komen van de Prins van Oranje, die had besloten de dijken van Holland door te steken, waardoor alle laaggelegen delen van het land, waaronder de omgeving van Leiden, onder water zouden lopen, wat de Spanjaarden zou moeten verdrijven. Een ingrijpende beslissing want veel vruchtbaar land zou hierdoor voor lange tijd verloren gaan.
Aanvankelijk wilde het water niet stijgen. Maar toen begin oktober de wind naar het zuiden draaide en aanwakkerde tot stormkracht stuwde het water met kracht het Leidse gebied binnen en kon de Geuzenvloot met platbodemvaartuigen de stad naderen.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1574 stort een deel van de verzwakte stadsmuur bij de Koepoort met groot lawaai in.
De Spanjaarden vluchten in paniek voor het water. De bevolking kan het nog niet geloven. Een kleine jongen, Cornelis Joppensz, sluipt naar de Lammenschans en vindt deze verlaten. De belegeraars moeten zeer overhaast zijn vertrokken want in de schans staat nog een klaargemaakte maaltijd van wortelen, uien, vlees en pastinaken op het vuur, die “hutspot” genoemd zal worden.
Om acht uur in de morgen van 3 oktober komen de Watergeuzen onder bevel van De Boisot met hun vaartuigen via de Vliet de stad binnen en brengen voor de uitgehongerde bevolking o.a. haring en wittebrood mee. Het ontzet is een feit. Het volk stroomt naar de Pieterskerk om God te danken voor de bevrijding van het Spaanse juk. Deze dankdienst is nadien elk jaar opnieuw op 3 oktober in dezelfde kerk gehouden, zelfs gedurende de oorlogsjaren.
Als blijvend monument schonk Prins Willem van Oranje de stad zijn Hogeschool, thans Universiteit, die reeds op 8 februari 1575, vier maanden na het Ontzet, werd ingewijd.
De Tiny People sieraden vindt je op Etsy .
Op 2 en 3 oktober eet men in Leiden nog steeds Hutspot, Haring en Wittebrood……………..
Ik heb prachtige Love Leiden oorbellen gemaakt, je vindt ze op Etsy en het verhaal staat hier.
Je kan de Love Leiden oorbellen ook via deze site bestellen.


….contact@madebymirjam.nl.